Pannenkoeken, borsten en N-woorden

pancaketowerAnderhalve vertalersopmerking over iets wat de discussie over discriminatie en bijbehorend taalgebruik volgens mij al heel lang zo nu en dan vertroebelt: culturele eigenheden. Bij zogenaamde realia is het altijd de vraag of en hoe je ze moet vertalen. Pancakes worden meestal vertaald met pannenkoeken. Maar als een Amerikaan pancakes bestelt en zo’n Nederlands wagenwiel van een pannenkoek op zijn bord krijgt, denkt hij: What the hell, I didn’t order that. Natuurlijk zijn de bestanddelen grotendeels dezelfde en de bereiding ook, maar er is toch een opmerkelijk verschil.

Dat geldt mutatis mutandis ook voor minder tastbare dingen. Amerikaanse borsten zijn bij mijn weten niet echt anders dan Nederlandse – ze zijn er in allerlei soorten en maten. Toch ontstaat er een enorme ophef in de VS als er bij Janet Jackson heel even een tepel zichtbaar is tijdens een concert. Daarover zouden hier hooguit grappen worden gemaakt, maar zij zag zich genoodzaakt daar omstandig haar excuses voor aan te bieden. In Nederlandse praatprogramma’s komt regelmatig seks ter sprake waarbij de geslachtsdelen en andere heerlijkheden vaak expliciet worden genoemd. In Amerika zouden dergelijke gesprekken slechts worden uitgezonden als een aaneenschakeling van (zelf)censuurpiepen.

Toen ik een klein ventje was in de jaren zestig, was Martin Luther King een neger, net als Donald Jones en Pelé. Geen weldenkend mens die in het zijn hoofd haalde hen nikkers te noemen of nog denigrerender ‘zwartjes’ of ‘zwarten’. Het was ook in het Amerikaans het woord dat de grote dominee zelf gebruikte in zijn beroemde toespraak ‘I have a dream’: negro.

Toen het ventje een pubertje werd in de jaren zeventig, gebeurde er iets vreemds: Nederlanders die zich verzetten tegen discriminatie begonnen negers zwarten te noemen. Niet als een soort geuzennaam, zoals homo’s zich een tijdje flikkers noemden en tegenwoordig allemaal gay zijn, maar omdat dit minder discriminerend zou zijn. Dat werd meen ik vooral ingegeven door de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. James Browns Say It Loud: I’m Black and I’m Proud was niet alleen een muzikale, maar ook een maatschappelijke hit.

Dat die woorden in het Nederlands juist op discriminatie duidden en in zusje Afrikaans met zijn apartheid nog altijd zo werden gebruikt, daaraan werd tot mijn verbazing voorbijgegaan. [In mijn herinnering raakte in die tijd ‘racisme’ eveneens in zwang. Ook dat woord lijkt me deels import te zijn.]

En eenmaal een studentje in de jaren tachtig ontdekte ik dat het niet-discriminerende ‘zwarte’ dat toch wel was. Afro-American was nu de term en die houdt zeker in Amerika al redelijk lang stand (al betogen sommigen dat het voluit African American zou moeten zijn). Het is niet echt een heel fijn woord, zoals de meeste van dit soort samenstellingen. Toch wordt het vrij vaak letterlijk vertaald. Dat het zo lang meegaat, komt misschien doordat het wel met huidskleur heeft te maken, maar dat niet benoemt. Het is eerder een historische aanduiding. En dat is wellicht ook een juister, handiger invalshoek.

Ondertussen winden Amerikanen zich op over het NRC dat het woord ‘nigger’ in de kop zet bij een bespreking van Amerikaanse boeken over racisme in de VS. Die opwinding wordt volgens mij deels veroorzaakt door de culturele verschillen tussen een land waar expliciet taalgebruik wel stoer, maar ook ongemanierd of zelfs verderfelijk wordt gevonden en een land waar men er graag prat op gaat het beestje bij de naam te noemen.

“It’s also hard to describe without quoting the nimble ways Mr. Beatty deals out the N-word. This novel’s best lines, the ones that either puncture or tattoo your heart, are mostly not quotable here.” Dat schrijft de recensent van een van die boeken in de New York Times. Een Nederlandse krant zou rustig citeren uit het boek. Zelfs de meest Amerikaanse omroep van Nederland, de EO, zou er hooguit een waarschuwing aan vooraf laten gaan.

Wellicht moeten we dat verschil in gedachten houden als we elkaar over de oceaan heen de maat willen nemen.

Ondertitelaars moeten vaak woekeren met de beschikbare ruimte in twee regels en een leestijd die tot een nog veel kortere vorm kan dwingen. De kortste variant is meestal veruit favoriet. Dus zul je ‘vast’ veel vaker tegenkomen in ondertitels dan ‘waarschijnlijk’. Daarom is ondertiteling vermoedelijk ook de vertaalvariant waarin ‘Afro-Amerikanen’ het traagst lijken door te dringen. Vaak heten ze nog ‘zwarten’.

Er zijn opdrachtgevers die allerlei eisen stellen aan het taalgebruik. Meestal gaat het dan om het vermijden van allerlei vormen van mogelijke blasfemie. Richtlijnen over discriminatoir taalgebruik ben ik in de ondertitelwereld nog nooit tegengekomen.

Een gedachte over “Pannenkoeken, borsten en N-woorden

  1. Eén opmerking tussen [] over ‘racisme’ blijkt nog vragen op te roepen, merk ik uit mailreacties. Ik heb het daar niet over het verschijnsel, maar over het woord. Ik denk niet dat dit pas in de jaren zeventig zijn intrede deed in het Nederlands. Volgens de etymologiebank is het een internationaal neologisme dat begin 20e eeuw is ontstaan en hier ten lande ook eind jaren twintig al bekend is. Maar ik meen mij te herinneren dat ik het als kind amper heb gehoord in tegenstelling tot het woord ‘discriminatie’, eventueel voorafgegaan door ‘rassen’. Discriminatie was de vigerende term in de jaren zestig en zeventig, maar in dit laatste decennium klonk steeds vaker ook de term ‘racisme’ en die kreeg al redelijk snel de overhand. En het frequente gebruik van dat woord is komen overwaaien uit vooral de VS, vermoed ik, vandaar de wat curieuze formulering ‘deels import’.
    Iets soortgelijks heeft zich in een iets later stadium volgens mij voorgedaan met de termen ‘(vrouwen)emancipatie’ en ‘feminisme’. Al zullen daar ook eerder andere talen een rol bij hebben gespeeld.

    Like

Plaats een reactie